donderdag 30 januari 2014

Pony's


Soms voel je de dingen nog als ze al weg zijn. De breedte van haar heupen, en de overgang naar die slanke taille. Albert blijft het voelen. Zijn handen hebben een straf geheugen. Haar boezem onder zijn borst en haar neus in zijn hals.
'Het is gedaan,' zegt hij. 'Gedaan.'
Het contract is getekend, volgende week staat zijn tent vol met pony's. Pony's zijn brave beesten. Zeggen ze. En Albert zal in café Le Brigand gaan werken en alles zal beter zijn. Volgende week begint hij. Een nieuwe kans! Een nieuw begin - of een pijnlijk einde.

Albert erfde Cinema Prosper van zijn vader. Eigenlijk was dat te gemakkelijk.
Hij voelt het zeil tegen zijn wang: koud en klam. Graag wil hij zich nu wentelen in zelfmedelijden. Troost zoeken en het toch afwijzen.
Tegen zijn rug voelt het zeil fris. Het is de eerste keer dat hij dat voelt, dat hij niet als een wilde door de tent rent om de bezoekers op hun gemak te stellen. Dat hij niet geconcentreerd oplet of de film goed draait. En dat hij er niet naar verlangt om met Marguerite te dansen.

'Het is te koud hier, en mijn hoofd staat er niet naar.' Albert ziet hoe Marguerite zijn hand vast neemt maar hij voelt het niet.
Zij leidt hem naar buiten, hij laat zich leiden.
Zij rent, hij rent mee.
Ze stoppen bij haar voordeur. Samen.
Een sleutel heeft Marguerite niet nodig. Haar deur staat altijd open. Voor iedereen.
Ze duwt de schamele tafel opzij, de stoelen volgen vanzelf.
"J'ai tant pleuré pour toi" klinkt uit de hoorn van de kleine grammofoon.
Albert kan opnieuw voelen, opnieuw lachen en weer dansen.

'Dansen kunnen we overal,' zegt Marguerite, 'daar hebben we je tent niet voor nodig.
Albert vertelt over de pony's die rondjes in zijn cinematent zullen lopen, als die volgende week verkocht is. Hij weet hoeveel Marguerite van pony's houdt.
'Gaan we er dan samen naartoe?'
Albert knikt: 'Ieder einde is een nieuw begin.'

zaterdag 25 januari 2014

Bakeliet: geen dynamiet of Eternit


Bakeliet, de naam alleen al. Voor mij klonk het fout, een beetje zoals Eternit aan asbest gelinkt is. Ik had het woord al vaker gehoord zonder te weten wat het eigenlijk betekent.
Laatst, in de schrijfclub, gebruikte iemand dat woord. Ik stelde mijn vraag: 'Wat is het?'
Het bleek het materiaal waar oude radio's van gemaakt werden. Plots kwam er een glansje over het woord.

Toch is bakeliet niet meer dan een soort plastiek dat ontdekt werd in 1907. Leo Baekeland experimenteerde met fenol en formaldehyde, en dat was dat.
Bakeliet maakte het mogelijk om tot een mooiere vormgeving van gebruiksvoorwerpen te komen. De productie werd ook sneller en goedkoper. Vanaf dat moment rolden allerlei voorwerpen over de lopende band, een ware mijlpaal in de geschiedenis van de productontwikkeling.

Nu zijn voorwerpen in bakeliet verzamelstukken geworden. Vroeger modern, nu antiek. Je kan er alleen nog op beurzen, vlooienmarkten en curiosamarkten naar op zoek.
Bakeliet is dus net iets meer dan een fout woord. En iets helemaal anders dan dynamiet of Eternit!

donderdag 23 januari 2014

Deksel


Een luchtbel drukt haar wenkbrauwen naar beneden. Een donderwolk.
Het is Albert. Telkens als ze hem ziet, staat hij druk te gesticuleren. Veel armen op een klein lichaam.
Louise kijkt de andere kant op, geeuwt zonder hand voor de mond en tikt de hakken van haar laarsjes tegen de planken vloer van het cabaret. Hoe kan ze zich nog minder geïnteresseerd tonen?

Over de act die hij zal brengen, spreekt hij. Droomt hij. Triomfeert hij nu al.
'Volgende week zal ik de tent met verbazing slaan. Heel de wereld zal het erover hebben!'
'Volgende week?' Het is fout van haar om te antwoorden, om ook maar een beetje interesse te tonen. Dit is voor hem het startschot om ongebreideld verder te palaveren.
Louise wou dat ze een horloge had, dan kon ze erop kijken en geschrokken zeggen: 'O, zo laat! Ik moet gaan.' Maar een horloge heeft ze niet en ze zou niet weten waar naartoe.

Albert volgt haar tot aan het toilet, blijft er voor staan en praat verder tegen de deur.
Zelfs haar sluitspier kan Albert niet overstemmen.
'Haha!' zegt hij, 'jij zou het niet slecht doen in mijn act.'
Met een zwaai opent ze de deur. Ooit moet hij het deksel op zijn neus krijgen, dit lijkt haar het uitgelezen moment.

dinsdag 21 januari 2014

De mogelijkheden van een vrouw

Dat hij zijn ideeën moet noteren, vindt Marguerite. Van zo'n groot denker mag niets verloren gaan.
Albert mag dan wel een groot denker zijn, een groot schrijver is hij niet. Als hij een idee heeft, voert hij het uit. Of hij vergeet het.
Wat hij verzamelde ligt voor hem in een mand: een mondharmonica, een blaasbalg, een kaars, een toeter en een handvol gedroogde bonen.
Het is de kleinste toeter die hij vond, maar waarschijnlijk nog te groot. Mensen zouden het kunnen zien. Tenzij...

Albert is op zoek naar een pofbroek.
Hij heeft er geen en het zou er verdacht uitzien. Een vrouw zou meer mogelijkheden hebben. Maar waar haalt hij een vrouw vandaan die bereid is om dit voor hem te doen?
Louise zou hem uitlachen. Marguerite zou nog wel instemmen om hem plezier te doen. Maar Marguerite is te mooi voor scheten.
Als het Joseph Pujol lukt om met zijn achterwerk grof geld te verdienen, moet het mij ook lukken, denkt Albert.
Het geluid dat weerklinkt als hij met de blaasbalg lucht in de toeter blaast klinkt veelbelovend. Zoiets moet Pujol, le Pétomane, stiekem ook hanteren. Maar hoe krijgt hij het zo ongemerkt voor elkaar?

Zo simpel zal het niet zijn, ik moet een volledig kostuum maken. Alsof ik dikkere benen heb zodat er een volledig armatuur in kan.
Albert rent naar Louise, met zo'n kostuum zal zij hem wel willen helpen. En anders is er ook nog Marguerite...

zaterdag 18 januari 2014

Heimelijk genoegen


Het zal weekend worden, dat is de wet van vrijdagavond.
Weekend doet iets met mensen, denkt Nestor. Het maakt ze nog stommer dan ze al waren.
Een trap tegen de kruk en een aai over het pianodeksel. Nestor houdt van de piano. Geen enkele piano verdient het om elke avond dezelfde afstompende melodietjes te spelen voor hetzelfde achterlijke publiek.
Buiten de deuren dringt de drukte zich al op. Binnen dit en een uur zal de implosie plaatsvinden.
Nestor probeert een nocturne. Het zit niet meer in zijn vingers, hij speelt te snel. Te hard. Chopin zou het hem kwalijk genomen hebben. Het losbandige spel van Offenbach neemt brutaal beslag over zijn tengels.

Een man met bolle buik en puntige snor zit vretend aan een tafeltje voor het lage podium. Naast hem, een rondborstige dame met een monsterachtige hoeveelheid bloemen in het haar. Nestor voelt hoe zijn tenen krullen en zijn schouders brullen. De noten van deze muziek is hij vergeten. Altijd die liedjes waarop cancandanseressen zich uitleven, of melige melodietjes voor Marguerite. Zeven dagen op zeven. Zijn handen spelen vanzelf terwijl zijn hoofd de vrijheid neemt.
De dikke man staat op ontploffen, de bloemen naast hem zijn al verwelkt. En hoewel Nestor weigert om nog langer te spelen, blijven zijn vingers gedisciplineerd marcheren.

'Oei, wat is er gebeurd?' vraagt Marguerite.
'De hamer,' liegt Nestor. Hij stopt zijn hand in zijn broekzak om het dikke verband te verbergen.
De danseressen kleden zich om voor de ogen van Nestor. Voor hen is hij een deel van het interieur, niet anders dan een kast of een stoel.
Een kast zijn is een voorrecht, Nestor geeft zijn ogen de kost.

Het verband aan zijn vinger speelt dubbele noten. Niets dat echt opvalt, Nestor geniet van deze actie van rebellie. Het is geen misdaad, alleen een schopje tegen groteske schenen. Niemand lijkt er last van te hebben. Toch voelt Nestor in welke mate gewaardeerde binnenpretjes tot grote tevredenheid kunnen leiden.

* eigen illustratie
 

donderdag 16 januari 2014

Romola de Pulszky - ofwel: mevrouw Nijinsky


Als er één balletdanser is die wereldberoemd is geworden, dan is het Vaslav Nijinsky. Er werd al veel over hem geschreven. Maar de eerste die een boek over hem liet publiceren was zijn vrouw Romola. Zij bracht zijn dagboek uit maar herschreef het sterk. Wie was deze vrouw?
Romola de Pulszky (1894 - 1978) was Hongaarse en kwam uit een familie die veel aanzien genoot. Sommige verhalen vertellen dat Romola eigenlijk op vrouwen viel en dat ze vooral aangetrokken werd door de vrouwelijke trekken van Vaslav Nijinsky. Zeker is in ieder geval de Nijinsky een soort verslaving voor haar werd. Romola volgde zelfs balletlessen om dicht bij haar idool te geraken. Het kostte haar geduld en doorzettingsvermogen, maar uiteindelijk mocht ze zich toch mevrouw Nijinsky noemen.
Het werd geen gelukkig huwelijk.
Nijinsky die daarvoor een relatie had met artistiek leider Sergej Diaghilev werd uit het ballet gezet. Dàt, in combinatie met de komst van een eerste dochter, politieke problemen en huisarrest, veroorzaakte veel spanningen bij het jonge gezin.
Na enkele jaren mocht Nijinsky opnieuw beginnen bij het Russisch Ballet. Maar de overvloed aan stress en te hoge verwachtingen, zorgden voor een zware psychose die Nijinsky ook fataal werd.
Romola publiceerde toen zijn dagboek, nadat ze het eerst grondig had aangepast. Er was veel schaamte bij haar, zij wou haar man presenteren als de ster van weleer. De man waar zij voor gevallen was.

maandag 13 januari 2014

Onkruid naast een dode vogel


Vogels hebben niets aan dode bloemen, misschien is dat wel waar. Maar bloemen tonen respect. Marguerite plaatst een, uit de voortuin geknipte, roos in een hoekje van de kartonnen doos. Ze zingt zachtjes, sust en wiegt. Van een zakdoek maakt ze een dekentje dat ze op het dier legt. Zou het dood zijn nu? Haar vinger aait het kopje over de snavel en de gesloten oogleden. Even beweegt de vogel nog, maar steeds zwakker. Marguerite zingt verder. Er is geen bloed meer aan de snavel, zo lijkt het of hij slaapt.
Niets meer, hij is dood. Het is goed zo. Ieder levend wezen heeft recht op waardig sterven.

Er zal nog een tegel aan moeten geloven. Met een metalen staaf wrikt Marguerite een tegel uit het koertje los. Het is de derde deze week.
'Jij krijgt een plekje naast de muis,' fluistert ze.
Ze graaft een kuil die net diep genoeg is en legt de merel erin.

De losse tegels liggen op een hoopje, volgende week zal Marguerite alles weer op zijn plaats leggen. Niemand mag weten dat ze dit doet.
Ze zouden zeggen dat ze zich een man moet zoeken en een kind om te sussen en te troosten. Ze zouden zeggen dat ze haar voortuin moet wieden in plaats van dat onkruid naast dode vogels te leggen. Ze zouden haar zielig vinden en raar. Marguerite grijnst: 'Wel, dan vinden ze dat maar.'
 
* eigen illustratie