Een luchtbel drukt haar wenkbrauwen naar beneden. Een donderwolk.
Het is Albert. Telkens als ze hem ziet, staat hij druk te gesticuleren. Veel armen op een klein lichaam.
Louise kijkt de andere kant op, geeuwt zonder hand voor de mond en tikt de hakken van haar laarsjes tegen de planken vloer van het cabaret. Hoe kan ze zich nog minder geïnteresseerd tonen?
Over de act die hij zal brengen, spreekt hij. Droomt hij. Triomfeert hij nu al.
'Volgende week zal ik de tent met verbazing slaan. Heel de wereld zal het erover hebben!'
'Volgende week?' Het is fout van haar om te antwoorden, om ook maar een beetje interesse te tonen. Dit is voor hem het startschot om ongebreideld verder te palaveren.
Louise wou dat ze een horloge had, dan kon ze erop kijken en geschrokken zeggen: 'O, zo laat! Ik moet gaan.' Maar een horloge heeft ze niet en ze zou niet weten waar naartoe.
Albert volgt haar tot aan het toilet, blijft er voor staan en praat verder tegen de deur.
Zelfs haar sluitspier kan Albert niet overstemmen.
'Haha!' zegt hij, 'jij zou het niet slecht doen in mijn act.'
Met een zwaai opent ze de deur. Ooit moet hij het deksel op zijn neus krijgen, dit lijkt haar het uitgelezen moment.
Het is Albert. Telkens als ze hem ziet, staat hij druk te gesticuleren. Veel armen op een klein lichaam.
Louise kijkt de andere kant op, geeuwt zonder hand voor de mond en tikt de hakken van haar laarsjes tegen de planken vloer van het cabaret. Hoe kan ze zich nog minder geïnteresseerd tonen?
Over de act die hij zal brengen, spreekt hij. Droomt hij. Triomfeert hij nu al.
'Volgende week zal ik de tent met verbazing slaan. Heel de wereld zal het erover hebben!'
'Volgende week?' Het is fout van haar om te antwoorden, om ook maar een beetje interesse te tonen. Dit is voor hem het startschot om ongebreideld verder te palaveren.
Louise wou dat ze een horloge had, dan kon ze erop kijken en geschrokken zeggen: 'O, zo laat! Ik moet gaan.' Maar een horloge heeft ze niet en ze zou niet weten waar naartoe.
Albert volgt haar tot aan het toilet, blijft er voor staan en praat verder tegen de deur.
Zelfs haar sluitspier kan Albert niet overstemmen.
'Haha!' zegt hij, 'jij zou het niet slecht doen in mijn act.'
Met een zwaai opent ze de deur. Ooit moet hij het deksel op zijn neus krijgen, dit lijkt haar het uitgelezen moment.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten