woensdag 25 december 2013

Paul Verlaine et Mathilde Mauté


Parlant du poète Paul Verlaine, on parle souvent aussi d' Arthur Rimbaud.
On oublie souvent que Verlaine était marié avec Mathilde Mauté, et qu'il l'a vraiment aimé. Malheureusemt, Mathilde ne s'est jamais montrée une épouse très aimante.

En 1869, à l'âge de vingt ans, Verlaine rencontre Mathilde Mauté, qui elle n'en avait que seize.

C'est en 1870 qu'ils se marieront. Peu après, ils auront un fils: Georges.

Verlaine essaye de s'adapter à une vie bourgeoise et cherche beaucoup d'amour chez sa femme. C'est dans cette période amoureuse qu'il écrit "La bonne chanson".

 

En robe grise et verte avec des ruches,
Un jour de juin que j’étais soucieux,
Elle apparut souriante à mes yeux
Qui l’admiraient sans redouter d’embûches ;

 Elle alla, vint, revint, s’assit, parla,
Légère et grave, ironique, attendrie:
Et je sentais en mon âme assombrie
Comme un joyeux reflet de tout cela ;

 Sa voix, étant de la musique fine,
Accompagnait délicieusement
L’esprit sans fiel de son babil charmant
Où la gaîté d’un cœur bon se devine.

 Aussi soudain fus-je, après le semblant
D’une révolte aussitôt étouffée,
Au plein pouvoir de la petite Fée
Que depuis lors je supplie en tremblant.

(La bonne chanson, Paul Verlaine)

 

En 1871 Verlaine commence une relation avec Arthur Rimbaud, qui a alors dix-sept ans. Le reste est connu...

 

Schopvoeten


Hij draagt geen koffer, hij is vrij.
Zijn stok tikt snel. Albert houdt van wandelstokken, hij houdt er ook van om te tonen dat hij er geen nodig heeft.
Mocht Parijs niet zo'n asociale stad zijn, hij zou de mensen begroeten. Gewoon, om niet te tonen dat hij echt vertrekt. De stad bereidt zich voor op het grote buitensluiten. Terwijl mannen kolen opslaan in achterkeukens, bereiden vrouwen rijkelijke maaltijden in voorkeukens.
Albert haat kerstmis, net zoals hij een hekel heeft aan de moderne cinema en radio's van bakeliet. Zijn soort kruipt met kerst onder de grond. Niet dit jaar.

Dat de dagen kort zijn stoort hem niet. Het schemert al wanneer hij aankomt in Coulommiers. Het ideale excuus om onderdak te zoeken en te rusten. Albert heeft dansbenen, vluchtbenen ook, en gluurbenen. Maar geen loopbenen. Of hij ooit zal aankomen in Charleville is nog maar de vraag. Het maakt niet uit, zijn vluchtbenen brachten hem al tot buiten Parijs.

'Plaats genoeg,' zegt de baardige vrouw die voor hem staat, 'maar niet voor jou.' Ze kijkt hem aan met ogen vol naalden en prikt hem voor haar plezier.'
'Ik heb alleen maar een bed nodig,' probeert Albert.
Haar bulderlach doet hem vluchten.
'Chambres d'Hôtes,' smaalt Albert terwijl hij tegen het paneeltje voor de arbeiderswoning schopt.
Zijn voeten doen pijn. Het zijn geen loopvoeten, het zijn schopvoeten.
Bij de volgende Chambres d'Hôtes is geen plaats meer en bij die daarna ook niet.
Als Albert een bankje ziet, gaat hij zitten.
Hij haat de wereld, zijn lijf verlangt naar Marguerite. Ze zit alleen nu, onder de grond, waar het eenzaam is en donker, maar veel warmer wel dan hier.

De gevel waar hij voor zit is grijs, een grijs gordijn schuift opzij.
Albert ziet een gezicht. Is het Marguerite? Het is een vrouw, zij wuift naar hem. Ze wenkt en opent het raam. Dat hij moet komen, roept ze. Enfin, als hij dat wil.
Albert staat op en loopt naar de deur.
'Slaap bij mij, ik ben alleen,' fluistert ze.
Met grote gretigheid stapt hij naar binnen. Als hij haar hoogzwangere buik ziet, komt de twijfel. Toch, teruggaan doet hij niet.

Hij voelt zich meer ezel dan os, maar hij is wijs genoeg om weer te vertrekken voor zij wakker wordt. Het zijn die vluchtbenen, niets waar hij schuld aan heeft.
Zonder geluid te maken trekt hij zijn hemd en zijn broek weer aan. Hij neemt zowel hoed als wandelstok. Maar het is die verrekte schopvoet die achter het bed blijft hangen.
Zij opent haar ogen en veert recht.
'Hoe dan ook,' zegt Albert, 'ik ben de vader niet.'
'Dat is goed nieuws,' zegt ze. 'Nooit gedacht dat ook ik nog goed nieuws zou krijgen op kerst.'
 


zaterdag 21 december 2013

Witte muizen


Ze is gestopt met kloppen, met bonken en met roepen. Er is niemand die haar hoort. De deur is oud, ze rammelt in het slot. Marguerite zou ze kunnen openrammen als ze dat echt wou. Maar dan zou ze die ook moeten betalen, en dat soort kosten heeft ze niet van doen. En dan nog, als ze uit deze keuken was, dan kon ze nog niet uit het cabaret. Vast is vast.

Ik moet een bed maken, denkt ze, slapen versnelt de tijd. Het is een kleine keuken, veel staat er niet in. Oude handdoeken, een tafel en twee stoelen. Ze zet de stoelen naast elkaar en maakt een kussen met de handdoeken. Misschien kan ze haar hoofd en romp al laten slapen. Alleen dat zou al goed zijn.
De handdoeken stinken, naar ajuinen en naar schimmel. Maar het is niet daarom dat haar ogen tranen. Wat ben ik toch voor een trut... Ze heeft zich zomaar laten opsluiten. Wie verschuilt zich nu uit lafheid? Uit angst voor twee mannen waarmee ze, eerder die week, het bed nog deelde.
Dit is geen keuken waarin gekookt wordt. Er hangen worsten aan de muur te drogen. Er hangen spinnenwebben aan.
Zo lang zal ik hier gelukkig niet moeten blijven, denkt Marguerite. Nog tot 's middags waarschijnlijk, tot monsieur Marin de bar komt openen. Wat zal hij van me denken? Ik zal het hem uitleggen. Dat ik geen keuze kon maken tussen Albert en Nestor, dat ik ze het liefst van alles allebei had meegenomen, zoals je het doet met twee babypoesjes die je verlaten in een dakgoot vindt. Maar dat ik alleen in vluchten mijn heil vond.

Door het kleine raam druppelt wat decemberlicht naar binnen. Dat een mens kan slapen op twee harde stoelen had Marguerite niet verwacht. Toch sliep ze, misschien maar even. Ze droomde over twee muizen die ze in de keuken had zien lopen. Witte, ze waren tam.
Marguerite hoort gerammel aan de deur. Ze denkt aan de witte muizen, zo zal ze het vertellen.


Eigen illustratie

donderdag 19 december 2013

Les Poètes maudits


Les Poètes maudits est un ouvrage de Paul Verlaine. Il fut publié en 1884.
Cet ouvrage contient surtout des notices de Tristan Corbière, Arthur Rimbaud et Stéphane Mallarmé.
Paul Verlaine qui connaissait personnellement ces poètes y ajoutait des anecdotes.

Voici un des poèmes les plus célèbres de Rimbaud, publié dans Les Poètes maudits:

 

A noir, E blanc, I rouge, U vert, O bleu : voyelles,
Je dirai quelque jour vos naissances latentes :
A, noir corset velu des mouches éclatantes
Qui bombinent autour des puanteurs cruelles,

Golfes d'ombre ; E, candeur des vapeurs et des tentes,
Lances des glaciers fiers, rois blancs, frissons d'ombelles ;
I, pourpres, sang craché, rire des lèvres belles
Dans la colère ou les ivresses pénitentes ;

U, cycles, vibrements divins des mers virides,
Paix des pâtis semés d'animaux, paix des rides
Que l'alchimie imprime aux grands fronts studieux ;

O, suprême Clairon plein des strideurs étranges,
Silences traversés des Mondes et des Anges :
- O l'Oméga, rayon violet de Ses Yeux
! -
 

Paul Verlaine

zondag 15 december 2013

Vijf dichters in Parijs


Parijs, aan het einde van de negentiende en begin twintigste eeuw, het blijft een onuitputtelijk thema. Omwille van de cafés en cabarets, maar ook omwille van de literatuur.

Wat hebben Charles Cros, Tristan Corbière, Vicor Hugo, Arthur Rimbaud en Paul Verlaine gemeenschappelijk? Allen zijn het dichters die in de tweede helft van de 19de eeuw in Frankrijk leefden en werkten. Wat opvalt is hun gedrevenheid. In zekere zin ook hun gekwelde geest, de éne al meer dan de andere.

In dit rijtje van dichters, verwierven zowel de meest als de minst gekwelde persoonlijkheden het meeste aanzien. Dat zijn Arthur Rimbaud en Victor Hugo.

 

Arthur Rimbaud


Zo is Rimbaud, die ontegensprekelijk een groot schrijver was, minstens even bekend om zijn duivelse kant. Hij kwelde niet alleen zichzelf, maar ook zijn omgeving. Mathilde Mauté, de vrouw van dichter Paul Verlaine geeft duidelijk aan dat hun huwelijk idyllisch was… voor de komst van Rimbaud.

Rimbaud installeerde zich, zonder meer, in het leven van Verlaine en zijn vrouw. Zij woonden in Parijs en hadden goede contacten met Charles Cros. Cros was een goed dichter, maar hij had weinig succes. Rimbaud stak zijn minachting niet onder stoelen of banken. In 1884 verscheen “Les poètes maudits”, een bloemlezing, samengesteld door Verlaine.  Deze nam het werk van Cros hierin niet op. Wel het werk van Tristan Cobière en Arthur Rimbaud, het kwam hun succes sterk ten goede.

 

Victor Hugo


Niet lang na de eerste ontmoeting tussen Verlaine en Rimbaud maakten ze ook kennis met Victor Hugo.

Hugo was veel ouder dan Rimbaud, en zelfs dan Verlaine. Deze twee zouden hem dan ook altijd een “oude zak” blijven noemen.

Victor Hugo was een ander soort dichter, zijn inzichten waren eerder romantisch en spiritueel. Hij was bekommerd om vrouwen en kinderen en een voorstander van het vrij onderwijs. Victor Hugo zag het kleine kind als een boodschapper uit de goddelijk-morele wereld. Zijn warme persoonlijkheid kon schril afsteken tegenover andere dichters en kunstenaars uit zijn tijd.

 

Het 19de eeuwse Parijs is nog steeds een bron van inspiratie. Verlaine, Rimbaud, Corbière en Hugo blijven inspireren, en zelfs Cros is nog niet helemaal vergeten.

zaterdag 14 december 2013

Nestor



Deze liedjes zou ik blind kunnen spelen, ik doe het al dertien jaar. Maar hier zou het zonde zijn om niet te kunnen zien. De Can can danseressen gaan af. Ik kijk naar hun billen, iedereen kijkt ze daarom na. Naar Louise, hoer en moeder van ons allemaal. En naar Jeanne, die braver is maar ook weer geen maagd.

Marguerite komt op. Nu speel ik traag en ik speel alleen voor haar. Zij zingt, de stem uit haar borst. Over haar soldaat die haar verlaat. Zij zingt alsof ze tegen mij praat. Onnozelaar! Ik die dacht dat ik soldaat genoeg was om de hare te zijn. Wij vertrokken samen en vreeën in mijn bed. Keer op keer. Precies twaalf. Toen was het gedaan.

Nu kijk ik uit op de leegte van een zaal. Zij zit voor mij, ik bespeel haar zacht, zij doet haar verhaal. 'Nog liever wacht ik op jou dan dat het slecht met ons gaat.
Ik laat mijn vraag.
'Dertien,' zegt ze. 'Zoveel kan ik niet aan. Ik moet weg nu, ik moet gaan.
Dertien, dat is één meer dan twaalf. Niets dat ik kan verstaan.

* Eigen illustratie

woensdag 11 december 2013

Le Lapin Agile, un nom qui fait rêver


Le Lapin Agile est le nom d'un cabaret de Paris, il fut l'un des lieus de rencontre de la bohème artistique au début du vingtième siècle. Aujourd'hui, Le Lapin Agile existe encore.

A partir de 1869, il prend le nom de Cabaret des Assassins, mais c'est seulement parce qu'il y a des gravures représentant des assassins célèbres accrochées au mur.

zondag 8 december 2013

Nylonkousen

Het is prettig om een verhaal te schrijven dat zich afspeelt in het verleden. Fantasie moet dan kloppen - zoals in elk verhaal. Het begin van de twintigste eeuw spreekt me aan. In mijn hoofd is dat een gele wereld, maar dat heeft vooral te maken met de link naar het werk van Toulouse-Lautrec. Ik zie mensen in stijve pakken en korsetten, mensen die daar uit willen breken om vrij te zijn - zoals in elk verhaal. Het is een sensuele wereld waar ik me in bevind, met handschoenen, boa's en lange kousen. Vleeskleurig. Nylonkousen. Dat bracht me bij de vraag of nylonkousen wel bestonden toen, in pakweg 1910.

In  het begin van de twintigste eeuw waren kousen nog niet van nylon maar van zijde. Pas in 1939 werd de nylonkous geïntroduceerd als goedkoper en kreukelvrij alternatief voor de zijden kousen. De uitvinding viel meteen in de smaak van het Amerikaanse publiek want op de eerste dag dat de nylonkousen verschenen, werden er al 72 000 paar van verkocht. Binnen één jaar stond de teller al op 64 miljoen verkochte paren.
Met de Tweede Wereldoorlog kwam er een abrupt einde aan het succes. Nylon werd toen enkel nog gebruikt voor oorlogsmaterialen, zoals parachutes, tenten, touwen en autobanden. Na de oorlog werd het wel weer razend populair.

Zo populair dus dat ze simpelweg niet meer weg te denken zijn. Had je me verteld dat de dames in de middeleeuwen nylonkousen droegen onder hun weelderige hoepeljurken, ik had het geloofd. Maar het was dus zijde. Niet in de middeleeuwen maar in het begin van de twintigste eeuw. Dat brengt me naar de vraag hoe die zijden kousen er dan wel uitzagen. Wikipedia toont me deze foto, daar kan ik mee verder.



donderdag 5 december 2013

Tango in de speeltuin


Het is maar een druppel, parfum van moeke tussen haar sleutelbeenderen. Daar waar ze haar hart ziet kloppen. Het is maar een ritueel.
Ze spant het korset goed aan, meer dan anders, en rijgt haar laarsjes dicht.
'Tot straks Minous, wens me geluk.'
Marguerite aait de kat  tussen de oren en duwt haar zachtjes naar buiten voor ze vertrekt.

Het vreemde voorgevoel dat ze al had wordt bevestigd als Marguerite geen enkele verlichting in de cinematent ziet.
De koude decemberlucht snijdt in haar neus, al tien minuten staat ze voor de deur. Hoe lang moet ze hier nog blijven staan? En moet ze hier eigenlijk wel blijven?
Ze heeft er naar verlangd, naar deze avond. Maar ze haat Albert en ze houdt van hem. Ze haat het dat hij steeds hun afspraakjes vergeet en is zelfs alweer vergeten waarom ze van hem houdt.
Marguerite hoort gefluit. Het moet Albert zijn. Albert staat grommend op en gaat fluitend slapen. Daar komt Albert, met grote stappen, zwaaiende armen en zijn schrille fluitspel. Als een schaduw. Zwarte jas, zwarte broek, zwarte hoed en wandelstok. Wandelstokken kunnen gevaarlijk zijn na het nuttigen van absint.
Hij is weer zat, het geeft niet. Marguerite is blij dat hij er is.
'Haha! Ik dacht dat ik een spook zag!'
Van hem verwacht Marguerite geen complimenten. Ze kwam naar hier om hem te leren dansen. Tango.

Albert is een jongetje met grijzend haar. Hij toont haar de wereld, alle hoeken van zijn ronde tent. In alleen zijn broek en onderlijf danst hij wild in het rond. Zijn gretige lach bijt zich om haar middel. Met het hoofd in de hals laat ze dit toe, het doet zo'n deugd om uit het keurslijf te kraken.
Wat begon als een poging tot tango, veranderde aan de zijde van dit grote kind, in wat ze zocht en vond. Vrouwen willen moederen. Dat is onzin. Ook vrouwen willen kind zijn en de speeltuin afbreken om kampen te bouwen met de brokken. Misschien ben ik dat morgen vergeten, denkt Marguerite, maar nu weet ik weer waarom ik van hem hou.

maandag 2 december 2013

De introductie van de tango in Parijs


Een deel van mij zit in Parijs, of een deel van Parijs zit in mijn hoofd. Er groeit een verhaal. In mijn hoofd, maar ik kan nog niet alles zien. Daarvoor roep ik soms de hulp in van het internet. Ik zie ze dansen, de zwierige rokken en hoge hoeden in de Parijse bars en cabarets. Het is duidelijk dat er liefde bloeit ergens aan het begin van de twintigste eeuw. Er wordt hard geleefd, er wordt gedanst tot in de vroege uurtjes, maar ik zie niet wat ze dansen. Zo'n kenner ben ik niet - het lijkt op tango. Zou dat kunnen?

De vraag intrigeert me, ik zoek het op. Mijn vermoeden klopt, in het begin van de twintigste eeuw was de tango gekend, ook in Parijs. Met de intrede van de bandoneon in Argentinië, vond de tango een weg naar Europa. Dit instrument gaf zijn zo unieke karakter aan de tango omdat het precies de juiste toon had: warm en melancholisch met af en toe een schrille noot.
In Parijs werd nu ook tango gedanst in bordelen en drank- en dansgelegenheden. Door de populariteit van deze Argentijnse dans in Europa, werd die geleidelijk aan ook nog eleganter.

Tango is een passionele dans, het ziet er prachtig en meeslepend uit, maar ook moeilijk! Hier moet je het niet hebben van de inspiratie van enkele glazen wijn. Tango kent zijn eigen wetten en regels. Achter een koppel dat bezield de tango danst, schuilt een historie. Het zal niet de meest gedanste dans geweest zijn in vroegere danscafés. Maar dat hoeft ook niet. Eén bandoneon en één koppel, misschien ook een rivale of rivaal en de film kan beginnen. De film wordt het verhaal. Je hoeft je ogen maar te sluiten en te observeren, en dan het rood te zien in een zwart-witfilm.

zondag 1 december 2013

l'Histoire du Moulin Rouge



Au cours de la première moitié du dix-neuvième siècle Paris était peuplé d'artistes et de bohémiens. Ce fut la période de la Belle Epoque, il y avait le cabaret Le Lapin Agile et Le Cirque Fernando. Montmartre était rempli de cafés, de cabarets et de dancehalls. Au début, l'arrivée du Moulin Rouge ne contrastait même pas.
Les dix premières années du Moulin Rouge il y avait plein de spectacles inspirés par le cirque, mais également par des attractions extravagantes comme "Le Pétomane".


Quand ce genre de show n'était plus à la mode, il y avait surtout l'opérette. Et après la première guerre mondiale c'était le cinéma. Ce furent les années tranquilles.
Mais six ans après la deuxième guerre mondiale, il y a eu une vraie régénération. Avec des stars comme Bing Crosby, Josephine Baker, Bourvil et Line Renaud, le Moulin Rouge a pu retrouver la splendeur d'autres temps.
Depuis l'année 2000 on peut voir au Mouline Rouge la Revue Féerie.

zaterdag 30 november 2013

Le Lapin Agile


Voor haar is de magie al verdwenen. Ze hangt haar pluimen aan een kapstok en maakt de haakjes van haar korset los. Ze gaan niet los. Hoe meer ze zich haast, hoe minder het gaat. Hij is in de zaal, ze heeft hem gezien. Maar of hij haar ook herkende?
'Kom je mee iets drinken in Le Lapin?'
'Neen, ik blijf nog even hier.'
'Hier?'
'O! Ik ben gewoon moe.' Geërgerd draait ze zich om. De eeuwige groepsgeest en de voortdurende bemoeizucht van anderen...

Hij kijkt naar het podium, lijkt geboeid.
Jeanne voelt haar hart tot in haar keel. Het wil eruit springen en bij hem zijn. Zo vreemd, denkt ze, wat hij met me doet. En dat hij het blijft doen, al meer dan een jaar lang.
Jeanne leerde Albert kennen in zijn cinema, het ideale decor om verliefd te worden.
Sindsdien komt Albert regelmatig in het cabaret waar zij werkt. Het is een aantrekkingskracht die niet te ontkennen valt. Hij is niet knap, maar hij heeft dat aura waar een vrouw een ongeluk voor zou doen. Zij althans wel.
Albert kijkt naar Marguerite die nu op het podium staat, ze zingt een lied over haar soldaat. Mannen kijken graag naar haar. Dat is niet iets waar Jeanne zich aan stoort, zo kleinzerig is ze niet. De lichten doven, Jeanne stapt in zijn richting.

Het water is nog te koud, Jeanne haalt de moor al van de kachel en giet water in de porseleinen kom. Ze voelt met haar pink, het is amper lauw, maar Jeanne wast haar gezicht en laat de spons daarna over haar hals glijden.
Haar lichaam is blij dat het tijd is om te gaan slapen, maar voor haar geest is het te vroeg. Ze weet hoe ze de nacht draaiend en kerend zal doorbrengen. Dat Albert zich uitgerekend tot Marguerite aangetrokken moest voelen en samen met haar, hand in hand de bar moest verlaten was er even te veel aan. Toen ze alleen in le Lapin Agile aankwam, was iedereen al weg.

dinsdag 26 november 2013

Cinema Prosper


Zelfs het tikken van zijn wandelstok klonk spottend. Hij kneep zo hard op de ivoren knop dat zijn hand paars uitsloeg. "Cinema Albert", Albert spuugde op de grond. Dit smakeloze gebouw was niet naar hem genoemd, het was bedoeld om hem te vernietigen.
Uit gewoonte keek hij op zijn horloge dat aan een gouden ketting hing. Bijna half twee, straks zou de menigte toestromen. Hij zou alleen blijven. Enkele klanten zouden nog naar Dr. Jekyll and Mr. Hyde komen kijken in zijn tent, maar al de anderen zouden kiezen voor een flutvertoning in deze moderne cinema.

Zijn tent was nog donker, de koude deed de houten stoelen vochtig aanvoelen. Albert zou er, zoals elke dag, met een vod over gaan terwijl de kolenkachel brandde. De tent warmen voor twee of drie mensen... 'Cinema Albert wordt mijn ondergang.'
Hoewel Albert Albert heette, heette zijn cinema Prosper. Genoemd naar zijn vader die ermee begonnen was. Het was een flinke investering geweest, maar het publiek stroomde toe in de beginjaren. Iedereen wou de magie van bewegende beelden leren kennen.

Mensen zijn dom, je leert ze iets nieuws kennen en even later lopen ze weg. Naar Cinema Albert, omdat het luxueuzer is. Warmer, met een grotere projector en zachte kussens.
Het was tijdens het drogen van zijn stoelen dat Albert een schitterend idee kreeg. Hij zou zijn klanten de zachtste zetels geven die er bestonden. Zacht en geparfumeerd! Zetels als mooie vrouwen, bekleed met rokken, kousen en handschoenen. Hij zou iets gans nieuws maken. Met de pluimen en boa's van Can can danseressen. Zijn cinema zou een waar feest worden!

'Wat krijg ik ervoor?' vroeg Louise.
'Elke dag gratis cinema!'
Ze leek niet onder de indruk en haalde haar schouders op, maar ze leidde hem wel naar de slaapkamer. 'Dit kan ik je geven,' zei ze. Ze toonde een beige korset, een grote broek en witte handschoenen. Daarna sloot ze de koffer weer. 'Het was van mijn moeder, ik heb het niet meer nodig.'
'Bedankt, maar... heb je geen pluimen?'
Louise keek hem over haar schouder aan. 'Denk je soms dat ik een kip ben?'
Albert kreeg het warm. 'Pardon, ik bedoel die pluimen waarmee je danst in de show.'
'Daar dans ik mee in de show!'

Toen Albert de broek van Louise's moeder op de stoel legde, voelde hij dat het niet zou werken. Toch liet hij een annonce in de krant zetten.
 
 
* Met dank aan Marijke voor het fijne verhaalidee
 

dinsdag 12 november 2013

Wondersalon Amsterdam, le 15 novembre 2013


Amsterdam aussi connaît l'art du burlesque! Mais à la soirée Wondersalon on parle du Burtonesque. Il sagit d'une soirée ou l'on mix des styles historiques et contemporains, référant aux films de Tim Burton. Pour en savoir plus: http://wondersalon.nl

Le London Burlesque Festival


Du 20 au 24 novembre 2013

Si Paris est le centre du monde burlesque, Londres l'est encore plus. Bientôt, du 20 au 24 novembre, il y aura de nouveau le London Burlesque Festival.
Ce fut Chaz Royal, un des pioniers du burlesque, qui a fondé ce grans événement.
Le publique comprend un mélange d'habitués et de curieux.
Les stars, ce sont Madame Jojo's, Molly Teaser,
Equador The Wizard,...
Et puis, il y a le boylesque, une des spécialité de la London scène.

 
 
 
 
 
 

maandag 4 november 2013

Lou Reed ne chantera plus (et il ne l’a jamais fait)


Tout le monde en parle: Lou Reed est décédé. Encore une icone du Rock qui vient de nous quitter. Il avait l’âge de 71 ans. Considérant la vie qu’il a mené ce n’est pas si mal. Mais ça nous fait du mal quand-même. Je n’aimais pas Lou Reed, j’aimais ses chansons. Justement: Lou était toujours très present dans ses textes.

J’ai fais connaissance avec sa musique à l’âge de 14 ans. J’avais l’album “New York” sur une cassette Maxell. Mon anglais était loin d’être bon, mais je me servais d’un dictionnaire. Déjà à cet âge là j’étais frappée par les textes.

Des frases comme:
“This Halloween is something to be sure / Especially to be here without you”

Ou

“And the Ayatollah bought a nuclear warship / if he dies he wants to go out in style /
And there's nothing to eat that don't carry the stink / of some human waste dumped in the Nile
ne sont pas belles en les lisant comme ça. Il n’y a meme pas de rime. Mais Lou Reed connaisait l’art de vivifier ses chansons. Des chansons qu’il chantait en parlant.
Après j’ai fait connaissance avec le disque “Berlin”. Le son de ces chansons avait  exactement la mélancholie dont j’avais besoin étant adolescente. Ici, meme pas besoin de comprendre ce qu’il disait en anglais, car toutes les chansons parlaient de… moi.

Pour “Songs for Drella” il m’a fallu le temps avant de pouvoir apprécier. Maintenant encore, je n’aime pas toutes les chansons, mais j’adore “Style it takes” et “Hello it’s me”.


Le monde entier semble être accablé en apprenant la mort de Lou Reed.
Les gens disent perdre une partie de leurs jeunesse. C’est bizarre et c’est normal. Comme un chanteur qui ne chante pas.

dinsdag 29 oktober 2013

Le Petomane


Hoe Joseph Pujol van wind kunst maakte

 
Het was donderdagavond, ik zat in de Leuvense bib, even voor sluitingstijd. Ik bladerde nog even in een boek over de Moulin Rouge en kwam er de artiestennaam Le Petomane tegen. Daarbij de foto van een man in een houding die weinig aan de verbeelding overliet. Het getuigt niet van een verfijnde smaak, maar het intrigeerde me meer dan wat ik verder in dat boek te lezen kreeg.

Ik ging naar huis en zocht later op de avond naar meer informatie over de man op het internet. Het bracht me naar zijn naam: Joseph Pujol, Fransman, geboren in 1857 en gestorven in 1945. Hij was één van de best betaalde artiesten van zijn generatie en verdiende zijn brood met wat iedereen kan: scheten laten. Zelf beweerde hij over een elastische sluitspier te beschikken waardoor hij lucht naar binnen kon zuigen om die op een gecontroleerde manier weer naar buiten te laten. Zo gebruikte hij dit welbepaalde lichaamsdeel ongeveer als een muziekinstrument. De voorstellingen zouden volkomen geurloos zijn. Tot zover de technische kant.
Pujol ontdekte deze bijzondere gave tijdens zijn legerdienst. Zijn podiumsucces was er onmiddellijk van bij zijn eerste publieke optreden. Het sloeg in als een bom. Het publiek lachte hysterisch en kwam hiervoor elke avond massaal terug naar de Moulin Rouge.

Later richtte Pujol zijn eigen theater op. Maar toen de oorlog kwam kon men niet langer lachen om de kanonnen en marcheerliedjes die Pujol met zijn achterste nadeed. Hij nam waardig afscheid met een laatste voorstelling en verdween definitief van het toneel.
 
 

vrijdag 18 oktober 2013

Vurig circus


Tijden veranderen, het is een dooddoener. Niet alle kinderen lopen nog joelend naar de circustent. Er groeit wat aarzeling tussen hun oren.
Dat is bij mij niet anders, behalve als het om circus gaat.
Ik loop de deur uit en zie de kleurrijke borden van Circus Barones. Niet iets waar ik echt op zat te wachten, maar ineens word ik ongeduldig. Ik denk aan het circus en het lijkt alsof ik de muziek al voel. In het circus voel je de muziek. Ze doet de houten banken trillen. Je voelt het klappen, het lachen, de angst van één kind.
Je ziet clowns, je ruikt de paarden, je voelt het trillen, je proeft suiker op een spin en hoort trompetgeschal. Het allerleukste vind ik het lachen. En het klappen! Tot je kaken en handen er pijn van doen. Circus is reis, niet ver maar vurig.

maandag 7 oktober 2013

Cirque Ronaldo


Le cirque, c’est un grand spectacle ou plusieurs generations se rencontrent. Un des cirques les plus renommés est le cirque Ronaldo. Cette compagnie Malinoise est particulièrement active, et cela déjà depuis 1971.

Le fondateur de ce grand cirque fut Johny Ronaldo. Lui et sa famille commencèrent avec des productions comprenant un mix de theatre et de cirque. Leurs shows se mettaient rapidement à croître. Maintenant, le cirque Ronaldo est connu dans le monde entier. Mais c’est encore toujours un vrai cirque de famille. Ça fait rêver, non?

woensdag 2 oktober 2013

La Goulue – Wie was Louise Weber?


Wie was ze eigenlijk?
De slonzige vrouw op de schilderijen van Toulouse Lautrec of de lieflijke dame in cancan houding op de sepia-kleurige foto’s?
La Goulue, een naam die refereert naar haar gulzigheid. Ze was gulzig naar het leven, zo zei ze zelf. Het was eind 19de Eeuw, Parijs bruiste, cabarets waren echte trekpleisters geworden. De cancan danseressen stelden hun benen tentoon, en af en toe een stukje borst. Maar niemand die zo ver ging als Louise Weber, bijgenaamd La Goulue. Op foto’s toont ze schaamteloos haar boezem. Ze heft haar rokken op, hoewel ze vergat om een onderbroek aan te trekken. Met haar brute gelaatstrekken was ze niet echt een mooie vrouw, maar wat een sensualiteit! De naam La Goulue lijkt helemaal bij haar te passen, zij hapte gretig in het leven en schrok nergens voor terug. Het maakte haar, in die tijd, ook enorm populair.
 
In 1866 werd ze geboren, het verhaal vertelt dat ze als jong meisje in een wasserette werkte. ’s Avonds trad ze op in de kleren van haar klanten. Het soort onbeschaamdheid waar we stiekem jaloers op zijn, natuurlijk.

Maar het bleef niet duren, de grens tussen cabaret en prostitutie was soms erg dun. La Goulue dronk te veel en raakte aan lager wal. Ze werd genoodzaakt om in steeds goedkopere bars te gaan werken. Op Youtube vind je een filmpje waarop Louise Weber een oudere dame is, ze is flink verzwaard en draagt het masker van een te gulzig leven. Maar de truken van de foor is ze nog niet kwijt. Als ze, zoals weleer, danst voor de camera, zien we nog steeds iets van haar charme en gratie. In 1929 sterft ze, maar op de schilderijen en affiches van Lautrec zal ze altijd blijven leven.

maandag 30 september 2013

Absint met bubbels


Het begint bij een tinteling. Redelijk laag, onder de navel. Die dan opwaarts beweegt, zoals een luchtbel, enkele seconden blijft hangen aan de onderste ribben, en dan in één keer doorschiet naar het hart. Dat is wat ik voel als ik naar het werk van Toulouse Lautrec kijk. Te lang kijken bezorgt me hoofdpijn, alsof die luchtbellen zich tegen mijn voorhoofd gaan plakken.
Je wordt in een wereld getrokken die geel, blauw, zwart en huidkleurig is. Bijna schaam je je om wat je ziet, maar je blijft wel kijken. De personages op de schilderijen reageren niet op jou, maar ze zien je wel. Toch, schaamteloos drinken ze verder, ze fatsoeneren hun kapsel, trekken hun kleren recht. Het is een wereld van dompteurs, danseressen, hoeren en narren. Het zijn cafés, cabarets en circustenten. Het is Parijs. En, al zou je het zelf niet durven, Henri de Toulouse Lautrec stond er te schilderen. Zonder schaamte. Met zijn grote hoofd, korte benen en volgroeide romp, viel hij wel op, maar eens hij begon te werken, verdween hij in het interieur. Zo moet het geweest zijn.

Toulouse Lautrec werd geboren in 1864, in een adellijke familie. Zijn moeder was de nicht van zijn vader, het was zij die hem opvoedde. Zij zorgde ervoor dat hij een sterke tekenopleiding kreeg.
Hij was ook best succesvol als schilder, graficus en lithograaf, toen hij in 1884 naar Montmartre verhuisde. Daar maakte hij affiches voor de Moulin Rouge en schilderde hij het nachtleven. Hij raakte bevriend met sterren uit het  cabaret, zoals La Goulue en Jane Avril, maar ook met schilders als Degas, Renoir en Seurat. Toulouse Lautrec schilderde verschoppelingen in hun meest intieme moment, van hem werd dat getolereerd.

Het is een rijke wereld die we door zijn ogen te zien krijgen, maar het is ook het soort nachtleven dat we niet gewoon zijn. Als door het drinken van Absint. Maar dan met bubbels, die vertrekken onder je navel, even onder je ribben blijven hangen en dan doorschieten naar je hart. Om tenslotte toch tegen je voorhoofd te gaan plakken.
 

zondag 29 september 2013

Pas de burlesque sans hauts talons!


On ne verra jamais de show burlesque à souliers plats. Peut-être que vous vous demandez comment faire pour rester élégante sur ces échasses, mais c’est surtout une question d’entraînement.

Avec ces talons, vos jambes semblent plus longues. Les hauts talons ont même une influence sur votre corps entier. Vous désirez être une déesse? Mais bien sûr.

Pour celles qui n’ont pas l’habitude, commencez avec des talons plus larges. La hauteur aussi a une influence, mais celle-là est moins prononcée que la largeur. N’oubliez pas de déjà essayer vos talons dans le magazin. Sauf naturellement, si vous êtes de celles née avec des hauts talons, qui s’en servent même pour faire le jardinage.

vrijdag 27 september 2013

De Moulin Rouge: Zo boeiend is geschiedenis!


In het midden van de negentiende eeuw werd Parijs bevolkt door kunstenaars en bohémiens. Het was de periode van de Belle Epoque, er was het cabaret Le Lapin Agile en Le Cirque Fernando. Montmartre barstte van de cafés, cabarets en dancehalls. Aanvankelijk viel de komst van de Moulin Rouge dus niet eens op.

De eerste tien jaren van de Moulin Rouge werden er allerlei extravagante spektakels georganiseerd, deze waren geïnspireerd door het circus, maar ook door beruchte attracties als “Le Pétomane” (waarin Joseph Pujol allerlei kunstjes deed door lucht door zijn anus naar binnen te zuigen, zo maakte hij muziek, blies kaarsen uit,...).

Toen dit soort shows uit de mode raakte, werd er vooral operette gespeeld. Om daarna, na de eerste wereldoorlog over te gaan op cinema. Dit waren rustige jaren voor de Moulin Rouge, van het flamboyante van daarvoor was niet meer veel te bespeuren.

Maar zes jaar na de tweede wereldoorlog kwam er nieuw leven. Met sterren als Bing Crosby, Josephine Baker, Bourvil en Line Renaud, herwon de Moulin Rouge zijn schittering van weleer.

Sinds het jaar 2000 kan je in de Moulin Rouge de Revue Féerie bekijken.